Hernieuwbare energie voor iedereen

De energieproductie decentraliseert zeer snel. Energiedelen laat toe dat iedereen die dit wenst, kan genieten van hernieuwbare energie zonder hiervoor over een installatie thuis te beschikken.

Deeleconomie ook in de energiesector

In Europa en vooral in België is er een hoge bevolkingsdichtheid en dichte bebouwing. Het is niet gemakkelijk om voldoende bruikbare plaatsen te vinden voor de productie van de nodige hernieuwbare energie. Zo beschikt bijvoorbeeld niet iedereen over een goed georiënteerd dak om PV-panelen te plaatsen. De gedeelde exploitatie van hernieuwbare energie op bestaande en goed georiënteerde gebouwen en infrastructuren is dus een mogelijke toekomstpiste.

Modellen om de investeringen en de voordelen van deze productie-installaties van hernieuwbare energie te delen winnen dan ook aan belang, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van windenergie. Er zijn vele manieren denkbaar om samen te investeren in hernieuwbare energie (rechtsreekse participatie, onrechtstreekse participatie, … ) en de voordelen van deze investering te delen onder de participanten. Een dergelijke aanpak is ook mogelijk bij de ontwikkeling zonne-energie.

Afbeelding
Solarpannels

Een robuust kader

Aangezien het energiedelen in de branche van de zonne-energie ongetwijfeld nog aan belang gaat winnen, is het essentieel dat de overheden en alle betrokken partijen op een efficiënte en consistente manier overeenkomen over de modaliteiten. We moeten jojo situaties vermijden en zoveel mogelijk anticiperen op mogelijke ongewenste neveneffecten.

FEBEG vraagt bijzondere aandacht voor volgende punten:

  • Het systeem moet technisch en administratief eenvoudig zijn voor alle betrokken partijen (klant-investeerder, netbeheerders, leveranciers, autoriteiten, …). Er moeten veel vragen aangaande fiscaliteit en marktprocessen uitgeklaard worden.
  • De kosten moeten laag zijn want het gaat over de uitwisseling van (relatief) kleine hoeveelheden energie (vergeet niet dat het in eerste instantie de bedoeling is om een maximum aan lokaal geproduceerde hernieuwbare energie ook lokaal te verbruiken).
  • Het systeem moet toegankelijk zijn voor iedereen en juridisch sluitend (eenvoudige toegang, lage deelnemingsdrempel, welke garanties worden geboden, welk rendement wordt vooropgesteld, …)
  • Het systeem moet geschikt zijn voor de toekomstige evoluties op energiemarkt zoals de uitrol van digitale meters en de invoering van het centraal clearing house.
  • De solidariteit voor financiering van de kosten van het elektriciteitssysteem bewaren.
  • de lasten en de lusten moeten eerlijk verdeeld worden over alle betrokken partijen

Een dergelijk systeem van energiedelen kan slechts op een solide en consistente manier uitgewerkt worden als aan deze basisvereisten voldaan is.

Afbeelding
eoly infobord wts dassenveld

Een win-win oplossing voor alle partijen

Andere landen zoals Frankrijk en Nederland hebben reeds ervaring met energiedelen.  In december 2017 heeft FEBEG een seminarie georganiseerd over het onderwerp ‘peer to peer’ energiedelen om de overheden en andere stakeholders te informeren en lessen te trekken uit de aanpak in de buurlanden.

FEBEG dringt er op aan de nodige tijd te nemen om de bestaande systemen grondig te analyseren en de consequenties van energiedelen te onderzoeken en zo in België en de regio’s een performant  systeem uit te werken en zo een win-win situatie voor alle geïnteresseerde partijen te realiseren.

Afbeelding
istock houses with solarpanels

FEBEG nota over energiedelen (04/2024)

Energiedelen bevordert steun voor de energietransitie door ongebruikte elektriciteit te delen met anderen of met zichzelf. Het verlaagt echter niet de totale systeemkosten, maar beïnvloedt het restprofiel van de klant, verhoogt de marktcomplexiteit en creëert extra risico's en kosten voor partijen zoals energieleveranciers. Het beperken van deze kosten is essentieel. Een evenwichtige kosten- en risicoverdeling en een geharmoniseerde implementatie van energiedelen zijn cruciaal voor transparantie, correcte klantinformatie en beperking van systeemkosten (niet direct gerelateerd aan productie of consumptie, maar aan marktorganisatie).