Wat is het sociaal tarief?

Het sociaal tarief is een federaal tarief dat de rechthebbenden toelaat om te genieten van een voordeliger tarief dan het commercieel tarief voor gas- en elektriciteit. De hoogte van het gunstiger tarief wordt berekend door de CREG. De toepassing van het sociaal tarief voor elektriciteit en gas wordt toegekend via de energiefactuur.

In België geniet ongeveer één klant op 10 van het sociaal tarief, zowel voor gas als voor elektriciteit. 96% van deze klanten worden bediend door de leveranciers, de rest door de Distributienetbeheerders (DNB) als sociale leverancier.

Afbeelding
Light bubbles in serial - Copyright - iStock_000026240577

Een systeem dat vatbaar is voor optimalisaties

Een bescherming van de sociaal zwakkere is op vandaag meer dan nodig, maar wellicht moeten we nadenken over optimalisaties. 

Hierbij moet gezocht worden naar een maatschappelijk efficiënt systeem geïntegreerd in een globaal sociaal beleid met behoud van het recht op de sociale bescherming (vb. de analyse van mogelijkheden tot koppeling aan het inkomen of via fiscale kortingen, …).

Afbeelding
Social Tariff number of beneficiaries 12-2023 - FEBEG Graphic

Waarom moet het systeem verbeterd worden?

De sociale tarieven zijn op vandaag loutere verbruikssubsidies. Vaak wonen kwetsbare afnemers in slecht geïsoleerde woningen en hebben zij niet de nodige middelen om te investeren in energie-efficiëntie om hun verbruik te doen dalen. Bovendien is de huidige toepassing een complex administratief proces en niet kostenreflectief voor de energieleveranciers.  

Een administratief ingewikkeld proces vatbaar voor verbetering ten voordele van de rechthebbenden

Op vandaag ontvangen 80 tot 85% van de rechthebbenden het sociaal tarief automatisch. Klanten waarvan de gegevens niet automatisch overgemaakt worden, moeten zelf het initiatief nemen en hun attest overmaken aan de leveranciers om het sociaal tarief toegepast te krijgen.

Er duiken ook problemen op bij een verhuizing of een leverancierswissel die kunnen leiden tot een transitiepriode zonder het sociaal tarief. In geval van een verhuis wordt het recht niet automatisch op het nieuwe adres overgedragen. In dergelijk geval geldt dus niet het algemeen principe dat het recht wordt behouden tot het jaareinde. Dit recht begint normaliter terug op de eerste dag van het kwartaal van de officiële domiciliëring op het nieuwe adres.

Een recht dat vervalt, of dat verkeerdelijk toegekend wordt, geeft aanleiding tot vele rechtzettingen van facturen. Dit veroorzaakt grote ontevredenheid bij de klanten.

Pragmatische voorstellen van FEBEG:

  • Te streven naar een 100% automatische toepassing
  • Eenvormigheid van de attesten van de verschillende sociale instanties
  • Een snellere gegevensuitwisseling zodat de leveranciers vroeger kunnen verwittigd worden van de verlenging van het recht op het sociaal tarief
  • Het opsturen van een papieren attest te beperken tot die gevallen waar er geen automatische toepassing is.

De toepassing van het sociaal tarief is niet kostenreflectief voor de leveranciers. Het is een complex administratief proces

De aanvraag en de behandeling van papieren attesten voor de ‘niet-gematchte’ rechthebbenden (bijv. het scannen van de papieren attesten, de koppeling aan het klantendossier, de contactopname met de klant, de aanpassing van het contract en rechtzetting van de factuur, enz.), evenals de manuele tussenkomsten zijn administratief erg ingewikkeld. Dit terwijl er voor deze administratieve werklast geen vergoeding wordt toegekend (in tegenstelling tot vóór 2012).

De berekening van het referentietarief (als basis voor de terugbetaling aan de leverancier van het verschil tussen het sociaal tarief en het commercieel tarief), dekt niet de reële kosten. Het mechanisme dat de leveranciers compenseert is niet in lijn met de marktpraktijken in de sector. Het is niet conform met de aankoop van energie en niet conform met de verrekening van de kosten daar deze geen rekening houdt met de dienstverlening geleverd aan deze klanten. Ook weerspiegelt het mechanisme onvoldoende de kosten m.b.t. de wettelijke verplichtingen die leveranciers dragen inzake de regionale quotumplicht m.b.t. de groenestroomcertificaten (en de warmtekrachtkoppeling in Vlaanderen) voor klanten die genieten van het sociaal tarief.

FEBEG is blij dat wat de tijdelijk uitgebreide groep rechthebbende betreft, de leveranciers zullen vergoed worden voor de prefinancieringskost die gepaard gaat met deze uitbreiding. Nochtans ook voor de gewone groep rechthebbenden, verzaakt het mechanisme een grote pre-financieringskost voor de leveranciers omwille van de terugbetaling van de bedragen na gemiddeld 22 à 23 maanden.

Pragmatische voorstellen van FEBEG om de huidige toepassing kostenreflectief te maken voor de energieleverancier:

  • De berekeningsmethodiek van het referentietarief wordt aangepast teneinde de kosten voor leveranciers op een correcte manier te weerspiegelen.
  • De leveranciers worden vergoed voor de extra administratieve complexiteit.
  • Het voorzien van een meer flexibele controleprocedure voor wat betreft de terugbetaling van de vordering in hoofde van de leverancier met meer evenwichtige sancties.
  • Het inperken van de prefinancieringskosten in hoofde van de energieleveranciers (cfr. wat is toegestaan voor de tijdelijk, uitgebreide groep rechthebbenden).
  • Tenslotte moet financiering worden gezocht om ervoor te zorgen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn zodat de ‘nettokosten’ voor de leveranciers (gekoppeld aan deze maatregel) volledig en tijdig kunnen terugbetaald worden.

De leveranciers hebben alle tools en middelen om sociaal tariefklanten te beleveren, maar ze vragen een correcte vergoeding die kostenreflectief is. Er moeten oplossingen worden gezocht om de tekortkomingen van het huidige mechanisme te verbeteren. FEBEG roept op om optimalisaties voor het sociaal beleid op het gebied van gas en elektriciteit te bestuderen en te voorzien in een realistische uitvoeringstermijn voor alle beslissingen die een invloed hebben op de factuur, zodat de facturatiesystemen van de leveranciers rekening kunnen houden met deze beslissingen en niet met terugwerkende kracht moeten werken. FEBEG kijkt in dit verband uit naar de werkzaamheden van de werkroepen binnen de KBS (Koning Boudewijn Stichting) en hoopt op een constructieve manier met alle sociale partners samen na te denken over mogelijke optimalisaties waarbij rekening wordt gehouden met het recht op de nodige sociale bescherming van kwetsbare afnemers.

Katharina Bonte, regulatory manager retail markets electricity & gas

Interessante links

FOD Economie webpagina m.b.t. het sociaal tarief

Sociaal tarief voor elektriciteit en/of aardgas

CREG pagina m.b.t. het sociaal tarief

Sociaal tarief (zesmaandelijks publicatie van de prijzen voor gas en elektriciteit)